“Voordat je aan de slag kunt als trambestuurder krijg je eerst een interne opleiding bij de RET. Je leert dan niet alleen hoe je de tram moet bedienen, maar bijvoorbeeld ook hoe je eenvoudige storingen kunt oplossen. Vooral het theoretische deel vond ik nog best wel pittig. Het rijden zelf vind ik niet zo ingewikkeld. Een van de belangrijkste dingen is dat je voortdurend rekening moet houden met het overige verkeer. Je bent steeds bezig met inschatten hoe andere weggebruikers reageren. Want veel mensen hebben niet door dat je met een tram niet plotseling kunt stoppen.
Na meer dan tien jaar vind ik het nog steeds leuk werk. Heel afwisselend ook. Onderweg zie je van alles gebeuren en je maakt ook leuke dingen mee met passagiers. Op de tram ben je bovendien een soort eigen baas. Er is niemand die je op de vingers kijkt en zegt wat je moet doen. Dat betekent uiteraard ook dat je zelf verantwoordelijk bent voor het goed uitvoeren van je werk. Blijkbaar gaat me dat best goed af, want er zijn nooit klachten over me geweest. En ik doe mijn uiterste best om dat zo te houden.”
