Op 31 mei zal de Raad van Maastricht een definitieve beslissing nemen over het tracé van de tramlijn Hasselt – Maastricht door de Maastrichtse binnenstad. Rover vindt dat B&W met zijn voorstellen verder moet kijken dan deze raadsperiode van 4 jaar. Door de toenemende drukte kan het noodzakelijk worden om in de toekomst een aantal (stads)bussen niet meer van de rand van de stad naar het station te laten rijden maar hun rit te laten beginnen op de geplande tramhalte Boschpoort of Belvédère. Om dit te kunnen realiseren is het volgens Rover noodzakelijk het tramtraject in Maastricht dubbelsporig te maken en via de Markt te rijden omdat de Markt dan door de wijzigingen in het buslijnennet nog moeilijker te bereiken wordt. Het tramtraject moet bovendien dubbelsporig worden omdat er met een hoge frequentie moet worden gereden om er een attractieve verbinding van te maken.
Het Rover-voorstel om de tram door het Mosea Forum te laten rijden bleek door besluiten uit het verleden niet meer mogelijk. B&W zal de Raad voorstellen om het tracé via de Maasboulevard te laten lopen, met als centrale overstaphalte de Van Hasseltkade / Maasboulevard. Met perrons aan beide zijden van de tunnelingang. Het idee is, dat deze haltes - in combinatie met de aan de helling van de Wilhelminabrug gelegen bushaltes - een overstaphalte wordt voor de OV-reizigers. Tegen die tijd zullen ook het merendeel van de stadsbussen Centrum - Station stoppen bij deze halte. Want alle bussen die nu voor de Matthiaskerk stoppen, rijden dan via de Maasboulevard naar het station.
Om de halte Van Hasseltkade / Maasboulevard als een centrale overstaphalte te presenteren ziet Rover echter als een verkeerde voorstelling van zaken omdat:
- deze centrale overstaphalte dan wel érg ver weg ligt van het hart van het stedelijk centrum, vooral de tramhaltes, op de Van Hasseltkade / Maasboulevard (tussen Kleine Gracht en Maastrichter Grachtstraat), liggen dan aanzienlijk verder en op een onoverzichtelijke plek, zeker in vergelijking met een halte op de Markt;
- ervaren "overstappers" zullen onmiddellijk kiezen voor doorrijden naar het station, waar alle aansluitmogelijkheden bij elkaar liggen;
- door de demografische ontwikkelingen / veroudering wordt het in de toekomst nog belangrijker om met een tram de Markt te bedienen.
Deze "overstaphalte" met relatief ver uit elkaar liggende in- en uitstappunten (tram - bij tunnelingang - en bus, verderop bij oprit Wilhelminabrug) liggen niet aantrekkelijk en zijn als zodanig moeilijk herkenbaar, zeker voor de OV-reizigers die vreemd of onbekend zijn met de situatie. Kortom: een onoverzichtelijke en verwarrende situatie.
Het argument dat een tram door de Boschstraat en over de Markt schadelijk zou zijn voor de neringdoenden aldaar blijkt precies andersom te werken. Dat is de ervaring in vergelijkbare steden die een nieuw tramtracé door hun binnenstad hebben aangelegd.
Voor de wekelijkse Vismarkt moet er dan inderdaad een andere indeling komen - maar die zal ook zeker van de tram profiteren.
Door een moderne tram op de belangrijkste plek van de stad te tonen wordt een breed publiek geprikkeld om het OV als een alternatief voor de auto te zien. Het echte centrum van de binnenstad wordt pas dan maximaal bereikbaar voor OV als de tram wordt ingezet om de stedelijke OV-structuur te stroomlijnen, waardoor uiteindelijk de expoitatie van het Openbaar Vervoer ook goedkoper wordt. Rover-Limburg vraagt de Raad daarom vooral om op lange termijn te durven denken over de verstrekkende beslissing op 31 mei.
Bij dit soort projecten wordt eerst gekozen voor het voorkeurstracé en vervolgens worden de argumenten gezocht die dit moeten ondersteunen. De berekening van de kosten van de verschillende varianten moeten daarom kritisch bekeken worden. “Durf en toon visie op het gehele tramproject en het OV in en voor de stad: kies dus voor het tracé over de Boschstraat, en laat Minckelers meekijken”, schrijft Rover aan de Raad.
