zondag 19 februari 2012

Paardentram in winter 1922

Regio   |   17 februari 2012   |   bron: De Echo

Negentig jaar geleden lag er ook een flink pak sneeuw die het reizen met de paardentram naar Overschie niet echt aangenaam maakte. (Foto verzameling Louis van Huut)
ROTTERDAM - Net als afgelopen week was de winter van 1922/23 ook behoorlijk streng. De grootvader van RET-historicus Louis van Huut (lcmvanhuut@solcon.nl) werkte bij de in 1904 opgerichte Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij (RETM), de voorloper van de huidige RET. De foto toont paardentram 513 van het bouwjaar 1879 (!) die vertrekt van het beginpunt Slagveld nabij het Hofplein naar het eindpunt Overschie.
De conducteur loopt op de Schiekade om andere verkeersdeelnemers te waarschuwen én de collega's van de elektrische trams van lijn 6. Deze reed samen met de paardentram tot aan de Heulbrug over de (later gedempte) Schie. Daar is nu de kruising Schiekade/Walenburgerweg. Bij de Heulbrug hield de bovenleiding op en vandaar reed de paardentram via de Noorderhavenkade en de Rotterdamse Rijweg naar Overschie.


EnkelspoorIn 1922 had de RETM nog maar één paardentramlijn, de rest van het tramnet was inmiddels geëlektrificeerd. De remise van de paardentram was aan de Schiekade, iets voorbij het spoorwegviaduct. Dat deze zo dichtbij het beginpunt Slagveld lag had zo zijn voordelen. Op drukke uren kon er snel een extra tram worden ingelegd, wat nogal eens gebeurde in de spitsuren en op vrijdag- en zaterdagavond. Vooral op deze twee avonden was er veel uitgaanspubliek te vervoeren en was er altijd wel een paard beschikbaar om een extra rit naar Overschie te maken. Omdat de lijn enkelspoor was, met hier en daar een wisselplaats, moest de koetsier/bestuurder van de eerste paardentram op de wisselplaats aan een tegenligger doorgeven dat er nog een tweede tram volgde. Vooral in het donker was dit geen overbodige luxe, want de Blijdorpsepolder was nauwelijks verlicht en er stonden nog maar weinig huizen. 


'Eletrieke trems'Bij slecht weer was het voor de koetsier/bestuurder geen pretje op het open balkon te staan, evenals voor passagiers die 'binnen' geen plaats konden vinden. De 'eletrieke trems' (zoals de platte Rotterdammer die toen omschreef) waren voorzien van dichte balkons en menig trambestuurder baalde als hij - met name in de winter - dienst moest doen op de lijn naar Overschie.


In 1925 werden de paardentrams verbouwd tot benzinemotortrams en werden de balkons dichtgemaakt. Toen in 1928 de RET de zeer gerieflijke Krupps-autobussen in dienst nam, werd de tramlijn naar Overschie vervangen door buslijn D, in 1953 vernummerd in lijn 33. Bij deze omschakeling werd het tracé aan beide zijden verlengd: in Overschie via de Overschiese Dorpsstraat en Delftweg naar de Schielaan en in Rotterdam via het Hofplein en de Coolsingel naar het Van Hogendorpsplein, later naar station DP. Een en ander was een hele verbetering omdat de vertragende wisselplaatsen daarmee kwamen te vervallen. Reageren: overschieboek@telfort.nl.