zaterdag 6 augustus 2011

Trams in het buitenland: San Francisco


Een kabeltram bestaat uit een systeem van tramwagens die door een kabel over rails worden voortgetrokken. Dit is een verschil met de meeste andere vormen van spoorvervoer, die op eigen kracht bewegen. De aandrijving van een kabeltram staat op een vast punt, waar een motor een oneindige kabellus voortbeweegt die onder het wegdek van de tramroute ligt. De wagens worden voortbewogen doordat ze met een klem aan de kabel vast zitten. Als de klem geopend wordt bewegen ze alleen nog door hun eigen impuls voort, wat ook gebruikt wordt waar twee kabels elkaar kruisen, en daarnaast hebben de wagens remmen om tot stilstand te komen. Voor het geval de klem los zou raken hebben de wagens ook een noodrem, die een wig in de kabelbuis drukt, en zo de wagen verankert.

Een beperking van de kabeltram is dat de kabel de tram niet goed de bocht om kan trekken. Waar mogelijk wordt de bocht daarom genomen terwijl de tram los is van de kabel. Waar een helling dit onmogelijk maakt zodat de tram de bocht om getrokken moet worden, veroorzaakt het passeren van de klem door de bocht veel spanning in het systeem.

Een kabeltram heeft iets weg van een kabeltrein, maar waar de kabeltrein in essentie een lift is, is een kabeltram een verkeersdeelnemer, die een lijn kan volgen met meerdere stijgende en dalende stukken er in.

Een kabelbus (zoals in Arnhem rijdt) heet een trolleybus (maar deze wordt ook helemaal niet voortgetrokken door de kabel, maar alleen via een bovenleiding van stroom voorzien, als een gewone tram).